De Kinderpraktijk
Schoutstraat 56 | 5345 MT Oss
Tel. (0412) 489302 (ma/vr van 9.00 – 10.00 uur)

Zit je kind niet lekker in zijn vel en maak je je daar zorgen over? Neem dan contact op met De Kinderpraktijk. Bel (0412) 489302 of mail naar:
info@dekinderpraktijk.nl

Een boos kind dat dingen kapot maakt

cf2192fb-9042-405c-93a8-7b033f3be7b7Lars is 6 jaar en hij maakt dingen kapot. Vooral de spullen van zijn broer moeten het vaak ontgelden. Zijn kamer is al vele malen opnieuw behangen, omdat Lars uit frustratie het behang van de muur trekt. Tijdens zo’n aanval lijkt het alsof hij zichzelf niet in de hand heeft. “Mijn hoofdje zegt dat ik dat moet doen”, zegt hij zelf.

Zijn ouders zijn ten einde raad. In het afgelopen jaar hebben zij verschillende hulpverleners geraadpleegd, die elk een stukje van de puzzel aandroegen. Het gaat wel wat beter, maar de vernielzucht blijft. Inmiddels vragen zij zich af of zij iets over het hoofd hebben gezien en of Lars wellicht een stoornis heeft. “Vertoont hij dit gedrag ook op school?”, vraag ik als we elkaar spreken door de telefoon. “Nee, op school heeft hij er geen last van.” “Volgens mij kun je een stoornis niet uitzetten”, merk ik nuchter op. De opluchting aan de andere kant van de lijn is voelbaar. “Dat is de beste opmerking die ik in maanden heb gehoord”, zegt de vader van Lars.

Bambino miracolo

Het vernielen is begonnen toen Lars vier jaar was. Als we een tijdlijn maken van Lars zijn leven, blijkt dat er rond die leeftijd van alles is gebeurd. Op vakantie in Italië viel hij van grote hoogte naar beneden. Wonder boven wonder mankeerde hij niets. De Italianen noemen hem “bambino miracolo”: het wonderkind. In dezelfde periode ging Lars voor de eerste keer naar de basisschool, onderging hij een operatie aan zijn oog, overleed de opa van zijn vader en kreeg de oma van Lars een herseninfarct. Je zou van minder overspannen worden.

Om ruimte te maken in zijn rugzak met levensbagage gaan we De Grote Schoonmaak doen. Daarmee kun je opsporen en opruimen wat in de weg zit en het vervangen door iets leukers. Wat we aantreffen, is verrassend en ook confronterend. Lars heeft last van rouw. Niet het eerste wat je zou verwachten bij een jongetje van zes jaar. Er blijkt een link te zijn naar de vader van Lars, die op 13-jarige leeftijd zijn moeder heeft verloren. Hij heeft nooit de tijd genomen om te rouwen en heeft zijn gevoel op slot gedaan. “Als je iemand verliest waar je van houdt, dan wil je nooit meer zo gekwetst worden en daarom leg je een schil om je hart.”

Een echte hartenopener

Lars heeft er last van dat zijn vader zijn verdriet niet uit. Hij gunt het zijn vader om in contact te komen met zijn gevoelens. Terwijl we het hierover hebben, legt Lars zijn handen op de wangen van zijn vader, kijkt hem liefdevol aan en zegt: “Jouw hartje is niet open, hè papa.”
Lars is een hartenopener. Mensen leren hun hart open te stellen is zijn levenstaak. Zijn vader is heel belangrijk voor hem. Wanneer het niet lukt om zijn vaders hart te openen, voelt dat als een groot falen. Daar wordt hij boos en gefrustreerd van en dan gaat hij dingen stuk maken. Door zijn gedrag wil hij zijn vader laten zien dat het tijd wordt aan de slag te gaan met zijn gevoelens. Wanneer zijn vader hierin zijn eigen verantwoordelijkheid neemt, kan Lars zijn gedrag loslaten. Het is dan niet langer nodig.

De vader van Lars is diep geraakt. Hij wil graag dat het beter gaat met zijn zoon, maar vindt het doodeng om zijn hart te openen. We spreken af dat hij alleen naar Soest zal komen om zelf een sessie te doen. Met behulp van Beter in Balans sporen we de punten op waarmee hij zichzelf sterker kan maken. Daarna gaan we in gesprek met dat deel van hem, dat verantwoordelijk is voor de schil die om het hart ligt. Dit deel krijgt een nieuwe taak. In plaats van de boel af te schermen, mag hij nu de hekken weghalen, zodat de toegang naar het hart vrij is. Daarmee is de Dwarsligger een Maatje geworden.

Tijdens een Reis naar Binnen daalt de vader van Lars af naar zijn hart. Dat gaat niet zomaar, want hij heeft al die tijd in zijn hoofd geleefd en daar voelt hij zich thuis. Wanneer hij uiteindelijk de weg aflegt naar zijn hart treft hij daar enorm veel ruimte aan. “Er is niets dat er niet in kan”, zegt hij verwonderd. In zijn hoofd blijkt een aparte afdeling te zijn voor het gevoel. Deze hele afdeling mag verhuisd worden naar het hart. Ook komt er een snelverbinding tussen het hoofd en het hart. “Nu klopt het”, zegt hij.

Nadat hij vertrokken is, kan ik niet stoppen met glimlachen. Wat is dit leuk, wat heb ik toch fantastisch werk. Het stroomt aan alle kanten. Dit voelt zo natuurlijk en ik hoef er niet eens hard voor te werken. Op deze manier wil ik nog heel veel sessies doen!

Gerelateerde blog's

Reacties zijn gesloten.

De Kinderpraktijk is verhuisd