Ben je boos of verdrietig?

Madelief (7) is een kleine furie. Je zou het niet zeggen als je haar zo ziet, maar tien tot vijftien keer ontploffen tijdens het avondeten is voor haar geen uitzondering. Zij weet vaak niet wat ze met zichzelf aan moet en gaat dan huilen of schreeuwen. ’s Avonds in bed vertrouwt zij haar moeder toe hoe zij zich voelt: “Ik zit niet lekker in mezelf.”
Madelief is heel wijs voor haar leeftijd, zij wil alles begrijpen en leest al op het niveau van groep 8. Daarbij is zij ook nog een perfectionist en moet ze alles goed doen van zichzelf. Haar ouders herkennen dit van zichzelf en proberen haar zoveel mogelijk tegemoet te komen. “Soms voelen we ons net van die curling ouders.”
Wanneer Madelief voor de eerste keer met haar moeder in De Kinderpraktijk komt, besluit ik op een speelse manier het ijs te breken. “Volgens mij kun jij iets heel goed.” Haar wenkbrauwen schieten omhoog en haar gezicht is één groot vraagteken. “Wat dan?” “Boos worden.” Zij lacht een klaterende lach. “Ja, daar ben ik heel erg goed in.”
Overdag moe
Madelief wil zich graag blij en ontspannen voelen en het is haar wens om precies zoveel energie te hebben als zij nodig heeft. Nu is zij overdag moe en als ze moet gaan slapen, heeft ze juist te véél energie, waardoor ze niet goed in slaap komt.
Wanneer we willen beginnen met het opsporen van mogelijke belemmeringen duikt er een Dwarsligger op. Dit is een stukje van Madelief dat gaat dwarsliggen als zij wil veranderen. Dit deel van haar persoonlijkheid is verdrietig en ook een beetje bang.
Hij zorgt ervoor dat Madelief boos wordt en dat doet hij om haar te beschermen. Door boos te worden hoeft zij haar verdriet niet te voelen. “Dat snap ik niet!”, roept Madelief. Ik leg uit dat als je kunt kiezen tussen je boos of verdrietig voelen, de meeste mensen kiezen voor boos, omdat daar kracht en vuur in zit.
Een rustig hoofd
Maar deze boosheid is niet fijn en daarom gaan we op zoek naar een alternatief. Samen bedenken we nieuwe taken voor het deel van Madelief dat dwarsligt. Hij mag haar gaan helpen om blij en ontspannen te zijn, haar boosheid te bewaren voor als het echt nodig is, haar energie goed te verdelen over de dag en rustig te worden in haar hoofd en in haar hele lichaam.
In de dagen volgend op de behandeling geef ik Madelief 7 keer een korte healing op afstand, meestal voor het slapengaan. De helende energie doet haar goed; zij wordt rustiger, gaat weer meer spelen zoals ze dat vroeger deed en er komen nieuwe vriendinnetjes over de vloer. En wat nog mooier is: zij slaapt zomaar het klokje rond!
Beter slapen zorgt ervoor dat zij minder snel boos hoeft te worden. Overdag is zij beter aanspreekbaar en ’s avonds gaat zij zonder problemen slapen. Haar moeder weet niet hoe zij het heeft. “Ik heb mijn avonden weer terug en weet even niet wat ik met al die vrije tijd aan moet.”
Het hoeft niet perfect
Een maand later komt Madelief terug voor haar tweede behandeling. Deze keer gaan we werken aan het perfectionisme en de behoefte om de controle te houden, haar drukke hoofd en uit logeren gaan. Ook nu duikt er een Dwarsligger op waarvoor we nieuwe taken mogen bedenken. De nieuwe taken zijn:
Madelief helpen zich alleen druk te maken om dingen die zij zelf moet doen (en niet ook nog alle taken van haar ouders controleren).
Madelief helpen om te voelen dat ‘goed’ goed genoeg is (het hoeft niet altijd perfect te zijn).
Madelief helpen om het fijn te hebben en rustig en ontspannen te zijn, ook als zij bij andere mensen is (bijvoorbeeld als zij uit logeren gaat).
Met twee helpers aan haar zijde voelt Madelief zich gesteund en is zij voorbereid op de toekomst. Wanneer ze na afloop met haar moeder de trap afloopt, vraagt zij: “Wanneer mag ik weer naar Anita? Het is hier altijd zo gezellig!”
Naschrift:
Een paar dagen later ontvang ik een berichtje van de oma van Madelief. “Ik wil je feliciteren met het fijne resultaat wat je met Madelief hebt behaald. Zij heeft het weekend bij ons gelogeerd en dat voor het eerst in lange tijd. Je ziet zo mooi haar zachte kant weer. Dankjewel.❤️”